Ik ben opgegroeid in wat vroeger de achtertuin van de Nederlandse plantkundige Hugo de Vries was in het Veluwse dorp Lunteren. Hij speelde een belangrijke rol in het uitwerken en de verdere acceptatie van de evolutietheorie van de Britse naturalisten Alfred Russel Wallace en Charles Darwin. Wonen in een straat die is vernoemd naar deze bijzondere man en de link tussen deze drie personen, zorgden ervoor dat ik geïnteresseerd raakte in onderwerpen als erfelijkheid en het ontstaan van diersoorten. Hun ideeën waren ook een reden om naar Noord-Sulawesi te komen en er uiteindelijk te blijven. Sulawesi is immers het grootste eiland van Wallacea; een van ’s werelds biodiversiteit hotspots en een proeftuin voor evolutie.
Zoals ik al schreef, begint mijn fascinatie voor de natuur en de evolutie bij Hugo de Vries. Hij was een plantkundige, is een van de herontdekkers van de erfelijkheidswetten van Mendel, en hij wordt beschouwd als een van de grondleggers van de genetica. Hugo de Vries is tevens een van de beroemdste inwoners van Lunteren en de straat waar ik een groot deel van mijn jeugd doorbracht is naar hem vernoemd. Hij vestigt zich in 1899 in Lunteren en gaat er wonen in een grote villa, tegenwoordig ‘Dannenborgh’ geheten, aan de zuidkant van het dorp tussen het spoor en de Dorpsstraat. De straat waar ik woonde is daar niet ver vandaan en waar ons huis staat hebben, volgens een oude tuinman die mijn vader eens sprak, vroeger de kassen gestaan in de achtertuin van Hugo de Vries.
Het valt Hugo de Vries op dat gekweekte soorten teunisbloemen sterk verschillen van wilde varianten. Dit inspireert hem in 1886 om de evolutie op een nieuwe, experimentele manier te bestuderen. Door teunisbloemen te kweken; bij ons in de tuin komen nog ieder jaar spontaan teunisbloemen op, ontdekt hij of liever gezegd herontdekt hij de wetmatigheden achter de overerving van eigenschappen. Mendel ontdekte enkele tientallen jaren eerder al hoe de eigenschappen van planten van de ene op andere generatie overerven, maar dat trok toen weinig aandacht. Hugo de Vries en anderen vestigen er opnieuw de aandacht op. Veel mensen kennen de erfelijkheidsleer van Mendel nog wel van de biologielessen op school; Over hoe de vorm, kleur en andere eigenschappen van erwten van de ene op de andere generatie overerven. Hugo de Vries is er van overtuigd dat elementen in de celkernen, hij noemt ze pan-genen en wij noemen het nu genen, de dragers zijn van die eigenschappen. Wat hem verder opvalt bij het kweken van de teunisbloemen is dat er soms spontaan onverwachte nieuwe varianten opkomen. Hij noemt dat mutaties; Nog een kernbegrip uit de moderne genetica waar ik tijdens mijn biochemie opleiding uitgebreid over geleerd heb.
Eerder herkenden ook Charles Darwin en Alfred Russel Wallace al de belangrijke rol die varianten spelen bij de evolutie van soorten. Darwin komt tot zijn evolutietheorie op basis van vier uitgangspunten. Het eerste is dat de soorten die nu op aarde voorkomen, zijn ontstaan en voortkomen uit soorten die eerder op aarde leefden. Vandaar dat gerelateerde soorten sterk op elkaar lijken en op de soort waar zij uit voort gekomen zijn, zoals bijvoorbeeld alle apensoorten op elkaar lijken en zoals je bijvoorbeeld een zeester kunt herkennen zonder dat je weet welke soort het is, omdat alle zeesterren eenzelfde bouwplan hebben. Het tweede uitgangspunt is dat niet alle individuen binnen een soort gelijk zijn. Sommige individuen hebben net iets andere eigenschappen, dat noemen we varianten. Soms levert het hebben van een variant van een eigenschap een voordeel op, zoals het hebben van een net iets dikkere vacht in een koud klimaat. Soms zijn individuen met die net iets andere eigenschap beter aangepast aan hun leefomstandigheden en leefomgeving. Dat maakt hun kans om te overleven groter en alleen individuen die lang genoeg overleven kunnen zich voort planten. Dat is het derde uitgangspunt. En tenslotte is het vierde uitgangspunt dat die eigenschappen die maken dat een bepaalde variant het best passend is, worden doorgegeven aan een nieuwe generatie. Zo ontstaat langzaam een nieuwe soort. Darwin noemt dit evolutie door natuurlijke selectie.
Wallace is het hiermee eens, maar geeft hierop een aanvulling. Hij stelt dat de soort in feite de best aangepaste variant is. Afwijkende varianten zijn als de omstandigheden hetzelfde blijven, niet beter aangepast en zullen uiteindelijk verdwijnen, uitsterven. Als de omstandigheden wel veranderen, wordt de variant die eerst dominant was vervangen door een andere beter aangepaste variant. Daarmee heeft de soort zich aan de omstandigheden aanpast, maar er ontstaat eigenlijk geen nieuwe soort. Dat kan volgens Wallace pas als soortgenoten van elkaar gescheiden raken door een barrière zoals een berg, een zee, of als een deel van de soort bijvoorbeeld op een eiland terecht komt. Omdat de omstandigheden aan de ene en de andere kant van de barrière van elkaar verschillen, zijn het niet aan beide zijden dezelfde varianten die het best passen en zo ontstaan verschillende maar aan elkaar verwante soorten. Het is dus de barrière die zorgt dat zich uiteindelijk meerdere verschillende soorten ontwikkelen. Hiermee maakt Wallace het belang van de geografie in de evolutie zichtbaar en daarom is hij ook met recht de grondlegger van de biogeografie. De Galapagos eilanden zijn een voorbeeld die hij gebruikt om dit aan te tonen. Geen wonder dat Darwin zo schrok van de op handen zijnde publicatie van het werk van Wallace. Hij was immers al jaren eerder tot zijn evolutie door natuurlijke selectie gekomen zonder het te publiceren, met als een van de bekendste voorbeelden de wijze waarop de vinken op de Galapagos eilanden zich hadden aangepast.
Zowel Darwin als Wallace zijn ervan overtuigd dat de varianten binnen een soort essentieel zijn voor de evolutie en het ontstaan van nieuwe soorten. Hoe die varianten ontstaan is echter onbekend en hier wordt de belangrijke bijdrage van Hugo de Vries aan het ontwikkelen van de evolutietheorie zichtbaar. Hij stelt namelijk dat mutaties, een plotselinge verandering in de genen, verantwoordelijk zijn voor het ontstaan van varianten. Hiermee presenteert hij een onderliggend mechanisme voor de evolutie van soorten. Tegenwoordig weten we dat gen-mutatie niet het enige mechanisme is waardoor varianten ontstaan, maar hij gaf hiermee wel een diepere onderbouwing en zorgde daarmee voor een betere erkenning van de evolutietheorie.
Hugo de Vries is in 1859 nog maar een hele jonge tiener als Darwin zijn ‘On the origin of species’ publiceert en Darwin is al overleden als Hugo de Vries zijn mutatietheorie presenteert. Maar zij kenden elkaar wel en het is bekend dat Hugo de Vries een groot bewonderaar was van Charles Darwin. Dat blijkt uit twee kleine handgeschreven berichtjes die in het kleine maar fantastisch leuke en interessante museum in Lunteren te vinden zijn. Hugo de Vries was in Londen geweest en had geprobeerd Darwin op te zoeken, maar deze was afwezig. In het briefje van Darwin aan Hugo de Vries verontschuldigt hij zich daarvoor en hij hoop Hugo de Vries op een ander moment wel te kunnen ontmoeten. Uit het tweede briefje dat in het museum te lezen is blijkt dat zij elkaar inderdaad getroffen hebben zo schrijft Hugo de Vries vol enthousiasme aan zijn moeder. Of Wallace en Hugo de Vries elkaar kenden is onbekend, maar Wallace leefde nog toen De Vries zijn mutatietheorie presenteerde en het lijkt mij dat, gezien de relevantie voor de evolutietheorie en de biogeografie hij in ieder geval op de hoogte was van het werk. Hugo de Vries is nu grotendeels vergeten.
Door letterlijk in de achtertuin van Hugo de Vries op te groeien, werd mijn interesse in evolutie en natuur gewekt. Die interesse verdiepte zich verder tijdens mijn opleiding in biochemie en later in mijn wildlife managementopleiding. Ook had ik al van kinds af aan belangstelling voor Indonesië. Dat was immers het land, toen nog Nederlands-Indië, waar mijn grootouders gewoond hadden, mijn vader geboren werd en mijn ouders lang ontwikkelingswerk deden, maar dat ik eigenlijk alleen kende van verhalen aan de keukentafel en televisieprogramma’s als de Tante Lien show en het spannende ‘De Kris Pusaka’. Het was dan ook niet vreemd dat toen de gelegenheid zich voordeed om naar Noord-Sulawesi te gaan ik die kans met beide handen aangreep. Ik ben alweer twintig jaar hier en zie ik de effecten van de evolutie en de geografie op de natuur waar ik altijd zoveel belangstelling voor had en waar ik over las en van droomde, letterlijk overal om mij heen. Overal zie je hoe het land hier gevormd en vervormd is door het schuiven van het Australische continent richting Azië en het botsen van oceanische platen en micro-continenten. Overal zie je vulkanen, waarvan velen nog actief zijn, die met het ontstaan van het noordelijke deel van Sulawesi nog geen 20 miljoen jaar geleden, gisteren naar geologische maatstaven, boven de zee werden uitgedrukt. En uit de eilandtheorie, waar ik eerder over schreef en die voortkomt uit de biogeografie, weet je dat dan allerlei evolutionaire ‘special effects’ te verwachten zijn en dat is precies wat je hier ziet.
Je komt hier soorten tegen uit twee continenten, zoals apen uit Azië en koeskoezen, dat zijn buideldieren, uit Australië. Maar dat is nog relatief gewoontjes, want veel diersoorten hebben zich bij aankomst op het eiland aangepast, zijn sterk verandert en zijn geëvolueerd in nieuwe soorten. Zo is die ene makakensoort, een apensoort, die het eiland wist te bereiken door zogenaamde adaptieve radiatie geëvolueerd in maar liefst zeven nieuwe soorten, waarvan de zwarte kuifmakaak hier in Noord-Sulawesi er een is en de veranderde de anoa in een dwergvorm van het bosrund dat het ooit was. Andere soorten werden juist enorm groot, zo vind je hier reuze bijen en ’s werelds grootste wesp tegen. Sulawesi is waarlijk uniek in de wereld en dat is een van de dingen die we met Insulinde Tours Manado willen laten zien, zodat mensen kunnen genieten van de uitzonderlijk mooie natuur die hier dankzij geografie en evolutie ontstaan is.
Ik hoop jullie binnenkort hier tegen te komen en dat jullie net zo begeesterd en verwonderd zullen zijn over wat je hier allemaal tegenkomt als ik na al die jaren nog steeds ben! Ben je enthousiast over een bezoek aan het noorden van Sulawesi, boek dan een dagtrip, kampeeruitje of meerdaagse reis bij Insulinde Tours Manado of neem contact op via WhatsApp (+62) 821 9665 8636 of onze website www.insulindetoursmanado.com.