Er is in de Tweede Wereldoorlog hard gevochten in Manado en in de Minahasa hooglanden. Het noorden van Sulawesi werd als een van de eerste gebieden in het toenmalige Nederlands-Indië aangevallen door de Japanse Imperiale troepen en Manado werd aan het eind van de Tweede Wereldoorlog zwaar gebombardeerd door de geallieerde troepen. Toch zijn er weinig zichtbare resten die herinneren aan die periode en slechts weinig lokale mensen weten wat er toen ter tijd allemaal gebeurd is.
Mijn belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog in en om Manado start bij mijn opa. Hij overleed voordat ik geboren werd en ik ken hem eigenlijk alleen van de verhalen van mijn oma. Mijn grootouders vertrekken ergens in de jaren ’30 van de vorige eeuw uit Nederland naar Balikpapan op Borneo in het voormalig Nederlands-Indië, waar mijn vader en zijn broer geboren worden en waar mijn opa gaat werken bij de Bataafse Petroleum Maatschappij. Het gezin is in Balikpapan als de oorlog in de Pacific begint met de aanval op Pearl Harbor door het Japanse Imperialistische leger op 7 december 1941. Nederlands-Indië is een belangrijk doelwit onder andere vanwege de oliebronnen in Balikpapan en Palembang en het duurt niet lang voordat het land daadwerkelijk aangevallen wordt. Dat gebeurt op 10 januari 1942 als Tarakan op Borneo (tegenwoordig Kalimantan) wordt aangevallen in een poging de oliebronnen aldaar in handen te krijgen. De Japanse troepen stoten vervolgens door naar Balikpapan. Mijn oma en haar kinderen vluchten naar Batavia (Jakarta) en opa blijft als lid van een van de sabotageteams achter om de raffinaderij onklaar te maken om zo te voorkomen dat die gebruikt kan worden voor de Japanse oorlogsinspanningen. Hij was een van de mannen die daarna wist te ontsnappen en te overleven. Mijn speurtocht om meer te weten te komen over mijn grootvader, bracht mij op het spoor van de slag bij Manado en de spaarzame resten in het landschap die nog herinneren aan de Tweede Wereldoorlog.
De Slag bij Manado begint de dag na het begin van de aanvallen op Tarakan. Hoewel het geen belangrijke natuurlijke hulpbronnen heeft, was het noorden van Sulawesi een belangrijk doelwit vanwege haar strategische ligging. Met de verovering van Manado werd Australië de pas afgesneden, konden de centrale en westelijke aanvalsassen beschermd worden en met de aanwezige luchthaven en een haven voor watervliegtuigen konden de Japanse troepen hun aanvallen richting het zuiden van Sulawesi, naar de Molukken en Kalimantan ondersteunen.
Op zondagochtend 11 januari 1942 voor zonsopkomst openen de Japanse keizerlijke troepen de aanval op Manado. Al snel wordt duidelijk dat de Nederlandse troepen niet in staat zijn de Japanse overmacht tegen te houden en zij trekken zich in eerste instantie terug naar de Tinoor verdedigingslinie boven Manado. Als aan het eind van de middag die positie niet langer houdbaar is, trekken de KNIL-troepen zich verder terug richting Kakaskasen in de Minahasa hooglanden. Vrijwel tegelijkertijd landen Japanse troepen aan de westkust bij Kema en stoten snel door richting Airmadidi waar zij om negen uur aankomen. Opnieuw zijn de Nederlandse troepen in de minderheid en moeten zich terugtrekken. De Japanse troepen stoten door richting Manado, het nog in aanleg zijnde vliegveld in Mapanget (tegenwoordig het Sam Ratulangi vliegveld) en trekken de hooglanden in richting het Tondano meer. Op maandagochtend de tweede dag van de slag bij Manado openen enkele honderden Japanse paratroepen de aanval op het Langowan vliegveld dat aan de zuidkant van het Tondano meer ligt. Na zware gevechten wordt het vliegveld veroverd. De Nederlandse troepen doen nog pogingen om een guerrillaoorlog te starten, maar dit komt niet van de grond en komt er een einde aan de slag bij Manado.
Na gelezen te hebben over de slag bij Manado was ik benieuwd of er ook nog fysieke resten en monumenten waren die herinneren de Tweede Wereldoorlog. Helaas blijkt dat er niet veel bewaard gebleven is uit de twintigste eeuw tot aan de Indonesische onafhankelijkheid. Voor een deel komt dat door de zware bombardementen op de stad, door de Japanse troepen aan het begin en door de geallieerde troepen aan het eind van de oorlog. Maar ook omdat mensen hier vaak weinig weten en geleerd hebben over hun geschiedenis en daarom het belang van resten uit het verleden niet op waarde weten te schatten.
Wat in de stad nog herinnert aan de Tweede Wereldoorlog zijn twee veldboxen die de weg richting de Minahasa hooglanden verdedigen moesten en natuurlijk het herdenkingsmonument dat op het plein bij de oude kerk (Gereja Sentrum) in de binnenstad van Manado staat. Maar dit in verval geraakte, onooglijke monument laat eigenlijk beter zien dat mensen hier de oorlog vergeten zijn in plaats van dat het eraan herinnert. Dat mensen weinig weten over de slag bij Manado bleek eens temeer toen ik op zoek ging naar het Langowan vliegveld en de haven voor watervliegtuigen aan het Tondano meer. Als ik met mens sprak over het vliegveld, dacht iedereen aan het Sam Ratulangi vliegveld, maar dat was in de tijd van de slag om Manado nog in aanleg en kwam pas gereed na de bezetting door Japan. Dat er een vliegveld was bij Langowan en een haven voor watervliegtuigen in het Tondano meer wist bijna niemand.
Na lang zoeken vond ik uiteindelijk iemand die wist te vertellen dat de haven voor de watervliegtuigen aan het Tondano meer lag bij het plaatsje Port Tasuka. Er staat geen informatiebord en je rijdt er makkelijk zonder het op te merken voorbij, maar uiteindelijk vonden we de betonnen pier die nu nog van de haven rest. De haven werd kort voor de werkelijke slag bij Manado gebombardeerd en vernietigd.
Het vinden van het vliegveld bij Langowan was nog lastiger. Ook hier was het een probleem dat bijna niemand wist van het bestaan van het vliegveld. Zelfs mensen uit de omgeving Langowan wisten niet van het bestaan. Een bijkomend probleem was dat er ook geen fysieke resten bewaard zijn gebleven. Online vond ik een aantal luchtfoto’s van het vliegveld, maar ik kond de exacte plek niet vinden tot ik uiteindelijk nauwkeurig de satellietkaarten van het gebied op Google Maps bekeek. Op de plek waar vroeger het vliegveld lag, zijn nu rijstvelden en in het patroon van de rijstvelden tussen Langowan en Kakas ontdekte ik ten langen leste wat ooit de landingsbaan van het vliegveld was geweest.
Mijn speurtocht naar resten uit de Tweede Wereldoorlog is nog lang niet compleet. Een interessant enigma zijn bijvoorbeeld de Nederlandse grotten. In online artikelen lees ik dat het Nederlandse leger verwachtte een invasie door Japanse troepen van het noorden van Sulawesi niet te kunnen weerstaan. Zij hadden daarom het plan opgevat om een guerrillaoorlog te voeren na een Japanse invasie en bezetting. Hiervoor hadden zij ter voorbereiding geheime opslagplaatsen aangelegd in de Minahasa hooglanden; de Nederlandse grotten. Maar opnieuw blijkt dat de mensen die ik er hier over spreek, er geen weet van hebben. Mensen kennen wel de Japanse grotten die bijvoorbeeld bij de plaats Tonsea lama aan de weg tussen Airmadidi en Tondano liggen. Dat zijn door lokale dwangarbeiders in de berghellingen gegraven tunnels die dienden ter opslag van Japans oorlogsmaterieel. Ook elders in de Minahasa hooglanden liggen wat mensen hier Japanse grotten noemen. Of dit wellicht geen Japanse grotten zijn, maar misschien de onbekende en verdwenen Nederlandse grotten wil ik uitzoeken en ik hoop jullie hierover op een later moment meer te kunnen vertellen.
Reactie schrijven